Vandaag is het al dag 2.
Na een nachtje lekker slapen. Gingen we ontbijten.
Het ontbijt was superlekker. Er waren verschillende soorten beleg, fruit, yoghurtjes, fruitsap, cornflakes, speculaaskoekjes en peperkoek. Ik heb cornflakes zonder melk gegeten. (Noor)
Voor we naar de abdij Ten Duinen gingen, mochten we nog even op de speeltuin.
Dat was heel leuk.. maar de ballenbak in de binnenspeeltuin gisterenavond vond ik nog leuker. (Lars)
Ik vond de schommelmand het leukst. Die ging heel hoog. (Eli)
Daarna gingen we te voet naar een abdijmuseum. Het heette Ten Duinen.
Door een grote ruzie tussen twee groepen is de abdij verwoest. Maar je kan er nog delen bekijken. Die delen zijn al meer dan 700 jaar oud. (Cristiano)
We hebben gezien hoe monniken leefden. Hoe ze eten, slapen, bidden, .. Dat was heel erg interessant. (Maeko)
We hebben zelfs een echt skelet gezien van een monnik. (Amelie)
Buiten hebben we opgravingen mogen doen. Net als echt archeologen.
In een grote bak was er iemand die mocht graven. Iemand die met een kleiner schepje wat fijner mocht graven, iemand die het afborstelde, iemand die het ging meten en tekenen. We vonden superoude voorwerpen. Een kruis en een beker uit de kerk. Een stukje van een zuil, een mooi groen tegeltje uit een kapelletje en een dakpan. (Tjallien en Louise)
Na het bezoek gingen we terug naar het Reigersnest. Er stonden worstenbroodjes op het menu.
Die waren superlekker. Ik at er eentje met komkommertjes en ketchup (Xilian)
Na de middag gingen we naar het strand voor ‘Expeditie Golfbreker’.
Dat was een strandwandeling met gids Eddy.
We waren nog maar gestart en daar lagen al enkele blauwe kwallen. COOL! (Stan)
Sommige kwallen zijn niet gevaarlijk.
Maar van de bruine moet je opletten, die prikken wel. (Amon)
Ik heb heel veel schelpen gevonden. Een hele zak vol. (Hamza)
We leerden dat krabben tien poten hebben.
Ik heb ook een schelp gevonden dat een ‘chinees hoedje’ heet. (Renée)
Ik heb veel mosselschelpen verzameld. Op sommige mosselschelpen hangen zeepokken. Dat zijn die witte bolletjes. Mosselen zijn lekker!! (Ninne)
Het wandelen langs de zee vond ik heel leuk. Er lagen veel schelpen.
We leerden dat je in de hoornschelpjes de zee kan horen. (Lore)
Ik heb een hoorntje gevonden waarin ik de zee kan horen. Dat is mijn mooiste schelp. (Mona)
We ook heel veel over die schelpen geleerd. Als je over sommige schelpjes wrijft voel je tandjes. Dat is een zaagje. (Kobe)
Op het einde hebben we een vis getekend op het strand en daarin alle schelpen gelegd die we hebben gevonden. Toen begon het een beetje te regenen, dat was jammer. (Henri)
Oh! En je mag zeker niet te dicht bij de golfbrekers zwemmen. Dat is heel gevaarlijk!
Je kan door de stroming meegetrokken worden en verdrinken. (Louanne)
Na de strandwandeling hadden we reuzegrote honger.
Vanavond eten we fishsticks met puree en waar we het meeste naar uitkijken is de APPELTAART! (Renée en Mila)
Om de avond goed af te sluiten doen we nog een knutselactiviteit. Ik maakte van een eierdoos een schildpad met wiebeloogjes. Aan mijn tafel kon je ook nog kiezen voor een krab of een walvis. (Eli)
